Opgaan in Muziek

Na tientallen jaren verlegenheid snakte ik ernaar om me te laten gaan op de dansvloer…

door Lisa Fields –

Mijn vriend Michael en ik hadden pas een maand iets met elkaar toen hij me een vraag stelde die me van binnen in elkaar deed krimpen.

Hij zat niet te vissen naar vunzige feiten over mijn scheiding. Hij was niet nieuwsgierig naar hoeveel ik verdiende. Wat hij vroeg was veel erger. Hij vroeg letterlijk: “Wil je een keer met mij gaan dansen?”

De meeste mensen zouden zonder aarzelen ‘ja’ hebben gezegd. Wie wil er nu niet naar een club in de stad en zich een avond lang overgeven aan de muziek?

Ik niet dus. Omdat ik nooit heb leren dansen.

Met mijn meest verontschuldigende glimlach bekende ik: “Ik kan niet zo goed dansen.”

Hij liet zich niet afschrikken. “Maar vind je het leuk?”

Ik zweeg, uit het veld geslagen door zijn vraag.

Die enkele keer dat ik me op een overvolle dansvloer volledig liet gaan, vond ik dat diep van binnen heerlijk. En ook als ik gek deed met mijn vriendin Jacki en haar Wii Just Dance. De meeste andere keren dat ik me gedwongen voelde om te dansen, was ik gespannen en onhandig, bang dat iedereen naar me keek en zou zien dat ik het verkeerd deed.

Niemand had me ooit geleerd welke pasjes ik moest zetten of wat ik met mijn handen moest doen.

Op dansavonden van school wiegde ik wat op ballads terwijl ik de jongens met gestrekte armen op afstand hield, maar zodra er een snel nummer begon, haastte ik me naar de dichtstbijzijnde stoel. Ik was verlegen en me erg bewust van mezelf en wilde niet stom overkomen bij mijn schoolgenoten.

Op elke bruiloft in de familie die ik gedurende mijn middelbareschooltijd en op de universiteit meemaakte, grapte mijn vader dat ik zijn (gebrekkige) dansgenen had geërfd. Zelfs toen ik al in de 30 was, lachte mijn inmiddels ex-man me uit vanwege mijn manier van dansen.

Maar ik mocht Michael heel graag – zozeer zelfs dat ik bereid was om de gevarenzone te betreden. Ik beloofde mezelf in stilte dat ik me voldoende op mijn gemak zou gaan voelen om met hem te gaan dansen.

Ik besloot dat ik hulp nodig had.

Eerst belde ik mijn Wii-vriendin Jacki, die meer danst dan iedereen die ik ken. Zij bedacht dat ik kon leren om van mezelf te genieten als ik vaak met iemand zou dansen bij wie ik me echt op mijn gemak voelde.

Ik ben helemaal ontspannen bij mijn zoon en dochter, zelfs als ik op mijn slechtst ben. Dus ik organiseerde een geïmproviseerd dansfeestje en danste met mijn kinderen door het huis. Ik had geen last van gêne.

Nu ik zelfvertrouwen had gekregen, won ik advies in bij MacKenzie Mushel, door SHAPE America uitgeroepen tot de nationale dansleraar van 2014.

“Veel mensen zien dansen in het openbaar als een echt groot risico,” vertelde Mushel me. “Het moeilijkste is het overwinnen van het angstbeeld van ‘Hoe zie ik eruit als ik dans?’ Als je een paar dansbewegingen vindt waar je je prettig bij voelt, kunnen die je pijlers worden.”

Mijn kinderen en ik gingen wat vaker dansen en ik begon vertrouwen te krijgen in mijn techniek. Het oefenen maakte dat ik in de muziek kon opgaan zonder me af te vragen wat ik moest doen. Binnen een paar weken was ik er klaar voor om te dansen in het openbaar, maar vanwege mijn vroegere verlegenheid nam ik contact op met een expert.

Bernardo Carducci, directeur van het Shyness Research Institute in Indiana, zei tegen me dat ik positief moest denken, omdat ik altijd vasthield aan de kritiek van anderen op mijn manier van dansen.

“Als je erg onzeker bent, richt je je op je negatieve eigenschappen en kies je ervoor om die ene negatieve reactie te onthouden in plaats van de 50 dingen die je goed hebt gedaan”, zei hij. “In werkelijkheid kan het mensen helemaal niet schelen hoe jij danst; zij maken zich druk om hoe ze zelf dansen.”

Carducci spoorde me aan om nuchter te dansen, omdat mensen die drinken om hun verlegenheid te overwinnen hun succes toeschrijven aan de alcohol, niet aan zichzelf.

Die week nodigde ik mijn salsadansende vriendin Paula uit om naar onze lokale danstent te gaan. Ik dronk bruiswater totdat de dj een nummer draaide dat ik leuk vond, en toen gingen we de dansvloer op.

Er waren maar tien mensen aan het dansen, dus ik kon me niet verstoppen. Toch danste ik zoals ik het thuis had geoefend. Het voelde heerlijk! Ik hief zelfs mijn handen boven mijn hoofd, wat ik nooit eerder had gedaan in het openbaar.

“Je danst helemaal niet slecht!” gilde Paula boven de muziek uit. Ze vroeg zich blijkbaar af waarom wij er waren. Dat voelde goed.

Kort daarna liepen Michael en ik langs een dansbar en ik stelde voor om naar binnen te gaan. Ik vertelde niet dat ik daar eigenlijk al jaren naar toe wilde, maar niet durfde vanwege de dansvloer.

Binnen klonk harde muziek. Er waren stellen aan het dansen op de dansvloer. Michael en ik gingen zitten en raakten aan de praat. Een uur later zaten we nog steeds op onze barkrukken, dus vroeg ik hem rechttoe rechtaan of hij wilde dansen.

Ik pakte Michaels hand en leidde hem naar de wervelende menigte, ook al fluisterde een stemmetje in mijn hoofd: “De muziek is niet goed, hoe moet ik dansen op een liveband?”

Toen besefte ik dat wat er die avond gebeurde niet echt belangrijk was.

Mijn echte zegedans, bij wijze van spreken, was geweest toen ik met Paula ging dansen. Ik hoefde Michael niet te bewijzen dat ik dapper genoeg was om te bewegen op een dansvloer; ik moest het mezelf bewijzen, en dat had ik al gedaan. Als ik kon dansen in een omgeving vol vreemden, kon ik het ook met de man die van me hield.

De band speelde en ik danste met Michael, die geen idee had wat ik allemaal had gedaan om dit moment te bereiken. Het gaf me kracht om me te bewegen zonder me te verontschuldigen of me ongemakkelijk te voelen. Later realiseerde ik me dat ik me niet kon herinneren hoe Michael eruitzag toen we dansten, en daar moest ik om grinniken. Carducci had gelijk: ik was zo met mezelf bezig geweest dat ik niet eens aandacht had besteed aan de man van wie ik hou. Ik denk dat ik hem snel weer moet vragen om te gaan dansen.

____________________

Dit artikel verscheen in Reader’s Digest in december 2015